D

De D van .....

Daan (klein, maar fijn?)
Dorrith (zie boven)
Deelder (niet klein, maar toch fijn)
durfen (wat niet)
doen (okay)
duwen (ietsje harder)
douwen (zie duwen)
deur (open/dicht)
doos (Roos (G.T.S.T.))
dildo (als de man uit huis is)
doordat (oorzaak)
daarom (gevolg)
dik (liever dan dun)
dun (liever niet)
drommedaris (weer eens wat anders)
dus (dat zeg ik)
dekhengst (wie?)
donderdag (eigenlijk vrijdag)
dinsdag (zelfde verhaal)
denken (nee doen)
diagonaal (zo,zo)
drol (in de w.c.)
dingen (en wat voor)
drugs (hero�nehoertje)
dak (op 't dak)
daarna ('t morning after)
druiper (lullig j�h!)
door (duwen, denken)
drukken (op 'n knoppie)
dieren (knor, kreun, blaf, klaar)
dagelijks (moet lukken)
dijen (vrouwelijk)
drop (verslavend, net als ...)
deuk (waar?)
Dorito's (sponsered by)
dom (blond, nee j�h)
Dubbel (joy!)
drank (maakt meer los)
dronken (t� los, gebeurt weleens toch?)
dennenboom (onder bij de open haard)
doorgaand (verkeer gestremd)
draagmoeder (vader kan niet)
donor (zaad)
drukte (spannend)
Das (da's pas lekker)
Doornroosje (uh, doosje)
douchen (gemengd?)
defensie (condoom/pil)
Dubble Dutch (pil is genoeg)
dood (moe)
Droog (zet weinig zoden aan de dijk)
dozijn (bij de vleet)
draak (nou, laat maar zitten)
draaimolen ('t moet niet te gewoon worden)
druiven (met champagne)
duim (zuigen)


Weet jij er nog een paar ?
Mail ze